De Middelburg tijdens De Slag van Kaap Rachado
VOC Schip Nassau (1602-1606) | |
Nassau - 1602
Reisnummer: 0100.2
Scheepstype: ?
In gebruik bij de VOC vanaf 1602 tot 22/08/1606
Laadvermogen: 320 ton
Op 12 mei 1605 stuurde de Verenigde Oostindische Compagnie een vloot (de derde sinds het ontstaan) van 9 schepen uit onder het gezag van admiraal Cornelis Matelieff de Jonge om Malacca in te nemen. Door de inname van Malacca hoopte de VOC de controle over de lucratieve specerijenhandel van de Portugezen af te dwingen. De hele operatie werd zelfs voor de bemanning van de vloot geheim gehouden.
De vloot arriveerde in Malacca op 30 april 1606, en begon een beleg tegen de stad. Na ruim vier maanden vernam Matelieff dat er een Portugese armada van 20-tal schepen naderde (onder gezag van Don Martin d'Alphonso de Castro, de Viceroy van Goa). Matelieff brak de belegering tegen de stad onmiddellijk af, laadde de kanonnen terug op de schepen en ging met 11 schepen (Oranje, Nassau, Middelburg, Witte Leeuw, Zwarte Leeuw, Mauritus, Grote Zon, Amsterdam, Kleine Zon, Erasmus and Geüniveerde Provinciën) de Portugezen tegemoet. De twee partijen kwamen elkaar tegen in de Straat van Malacca op 14 augustus. De Portugese vloot bewoog zich richting Cape Rachado waar op 16 augustus schoten werden uitgewisseld.
De volgende dag ging de Slag verder toen de Portugezen een verrassingsaanval uitvoerden op de Nassau, die nog steeds voor anker lag. De Nassau werd aangevallen door de Nossa Senhora Conceição. Te ver verwijderd van de vloot werd de Nassau door de bemanning van een tweede Portugees schip de Santa Cruz beklommen. Matelief de Jonge's schip, de Oranje, ging de Nassau ter hulp maar kwam door het tegenzitten van de wind tot botsing met de Middelburg. De Portugezen vielen de Oranje en de Middelburg aan met de São Salvador en Don Duarte de Guerra's Galleon. Nadat de Oranje zich vrij kon breken, vatte de drie resterende schepen, waaronder de Middelburg, vuur en gingen ze samen ten onder.
Uiteindelijk lukte het de bemanning van de Portugese schepen Santa Cruz en Nossa Senhora Conceição om ook de Nassau in lichterlaaie te zetten. Nadat er een spectaculaire explosie had plaatsgevonden brandde de Nassau tot op de waterlijn af waarna het zwaargehavend zonk op 22 augustus 1606, de Middelburg volgend die al op 18 augustus gezonken was. Het wrak van de Nassau is vandaag het oudste van de teruggevonden Indiëvaarders.
Enkele dagen later besloot Matelieff de Jonge het gevecht te verlaten. De zeeslag had een zware tol geëist op beide partijen. De Nederlanders hadden 150 man verloren en nog meer gewonden, de Portugezen hadden zelfs 500 man verloren. Op 19 augustus 1606, vroeg admiraal Matelieff toelating aan de sultan van Johor om de vloot te mogen terugtrekken in de Johor rivier om er meer munitie te kunnen aanmaken. De Slag bij Kaap Rachado, moet een zware geweest zijn; er zijn maar enkele ongebruikte kogels gevonden. Het terugtrekken van de vloot betekende meteen het einde van de eerste Nederlandse belegering van Melaka.
Een opschrift van een grafzerk buiten de St.Laurenskerk te Rotterdam herinnert nog aan Cornelis Matelieff de Jonge en De Slag bij Kaap Rachado...
Cornelis Matelieff de Jonge
Die Malacca heeft besprongen
's Konings vloot gebracht te schant
9 galioenen genomen en verbrant
De Ternatanen waren verdreven
Wederom haer lant in gegeven.
Wasaldaer admirael en hier Staten Generael
Oock Burgemeester deser stede
Raet en vroetschap mede
is den 17 October 1632 overleden alhier begraven in vreden
In 1993 werden door het Maleisische bedrijf Transea Sdn. Bhd. alle vier de wrakken teruggevonden tijdens een zoektocht van de Bambeek Shoal naar het wrak van het Britse handelsschip Caroline. Het schip was destijds verloren gegaan op de zandbank in de vroege 19de eeuw.
Nederlandse en Portugese kanonnen die werden opgehaald bevestigden hun identiteit. In 1995 gaf het National Museum of Malaysia, Oxford University en National University of Malaysia (UKM) opdracht aan Transea om de Nassau te onderzoeken en de inhoud ervan te bergen. De zichtbaarheid tijdens het onderzoek was slecht vanwege de sterke stromingen. De archeologische eenheid haalde uiteindelijk meer dan 3000 stukken boven. Waaronder 15 oude kanonnen (twee bronzen met datum 1604), kanonskogels, porselein, touwen, houten vaten met beenderen van dieren, enkele duizenden zilveren Spaanse Reals, navigatie instrumenten en een Chinese pot.
| |
Het kanon van de Portugezen | Het kanon van de VOC |
Kapitein Mike Hatcher bij een Portugees en VOC kanon
Mensun Bound van de Oxford Universiteit, die de expeditie leidde zei: "When you're down there looking at the remains of this vessel, you get a great sense of the violence... you see smashed timber and sheet metal torn apart as if it was paper." En over de tot dusver gevonden kanonnen: "Every single one of them broken apart, exploded, ruptured."
Plannen om de Nassau naar de oppervlakte te brengen werden voorlopig uitgesteld omdat twee deelstaten niet kunnen beslissen over waar de restanten van het schip te plaatsen. Malacca en Negeri Sembilan, beiden betrokken bij de berging van de inhoud van de Nassau, moeten eerst beslissen over een nieuwe locatie omdat het schip te breekbaar is om van plaats naar plaats te gaan. Er zou speciaal voor de gelegenheid een nieuw museum in de buurt moeten worden gebouwd wanneer men het schip naar de oppervlakte haalt. De geschatte kosten om het schip naar de oppervlakte te brengen: ruim 4 miljoen Euro.
Vandaag vind men in Port Dickson het Musium Kota Lukut, het is een schitterend nieuw gebouw met een kamer gewijd aan de Nassau.
VOC schip Franeker (1639/18-01-1642) | |
Franeker - 1638
Reisnummer: ?
Scheepstype: Jacht
In gebruik bij de VOC vanaf 1639 tot 18/01/1642
Gebouwd op de werf te Enkhuizen.
Laadvermogen: 120 ton
De Franeker is teruggevonden nabij Tanjung Pinang. Het schip is gezonken op 18/01/1642 tijdens een gevecht met de Portugezen. Verdere gegevens zijn voorlopig niet bekend.
VOC schip Vredenburg (1666-07/06/1670) | |
Vredenburg - 1666
Reisnummer: ?
Scheepstype: Fluit
In gebruik bij de VOC vanaf 1666 tot 07/06/1670
Gebouwd op de werf te Amsterdam.
Laadvermogen: 160 ton
Vergaan door brand nabij Pulau Tioman. Verdere gegevens zijn voorlopig niet bekend.
VOC schip Bambeek (1696-1702) | |
Bambeek - 1696
Reisnummer: 1829.2
Scheepstype: Pinas
In gebruik bij de VOC vanaf 1696 tot 01/01/1702.
Gebouwd voor de Kamer van Amsterdam op de werf te Amsterdam.
Lengte: 145 vt 7 dm; breedte: 36 vt 9 dm; Holte: 15 vt 8,5 dm
Laadvermogen: 845 ton
Tijdens het bewind van gouverneur-generaal Willem van Outhoorn (1691-1704) is de Bambeek vergaan voor de kust van Malacca (Cape Rachado) op 01-01-1702. Deze gebeurtenis werd frequent gerapporteerd aan de Heren XVII.
...de van Japan komende Bambeek vertrok 27 dec. van Malakka naar Suratte...
...het vastdrijven en droevig verongelucken van 't gemelte schip Bambeek op een droogte of santplaat, gelegen omtrent Cabo Rochado (Kaap Rachado ter westkust van Malaya op 2º28' N.B.) en Poulo Passelaar, naulijks een en een half mijl buyten de wal en van gemelte uythoek noordwest en noordwest ten westen ongevaar vier mijlen...
...het bleek, dat het schip niet alleen van onder aan 't spil ende voorkant van 't grote luyk alsook voor aan 't cabelluyck gebroken was, maar ook selfs de haken rondom gesprongen waren, zodat dit schip niet meer te repareren was, de lading kon onder het oog van den fiscaal Aarnoud van Alsem gelost worden...
...het personeel van de Oosthuizen trachtte tevergeefs 100 kisten Japans koper, afkomstig uit de verongelukte Bambeek, te verduisteren, schipper Dirk Verdoes en opperstuurman Pieter de Heere vluchtten hierom met een inlands vaartuig, maar werden bewesten Bantam vermoord...
Op huidige kaarten is de zandbank waarop de Bambeek vastliep aangegeven als Bambek Shoal. Op deze locatie werd ook De Slag bij Kaap Rachado uitgevochten, waarbij de eerder vermelde
Middelburg en
Nassau ten onder gingen. De Bambeek verging nabij het eiland Pulau Udan op 2º28' NB.
VOC schip Risdam (1713-01/1727) | |
Risdam - 1713
Reisnummer: 2357.2
Scheepstype: Fluit
In gebruik bij de VOC vanaf 1713 tot 01/1727
Gebouwd voor de Kamer van Amsterdam op de werf te Hoorn.
Laadvermogen: 520 ton
Het wrak van de Risdam is het enigste bekende exemplaar van een 18de eeuwse fluit. De Risdam heeft maar 1 reis volledig kunnen volbrengen van Batavia en terug tussen 27 september 1714 en 30 juli 1718. Op de heenreis vervoerde de Risdam 119 passagiers, op de terugweg 87. Na deze reis bleef het schip permanent in De Oost en zeilde tussen de havens van Indonesië en Zuidoost-Azië. Tijdens de laatste reis zeilde de Risdam naar Ligor, Maleisië, waar het 12.8 ton tin insloeg, daarna ten noorden van Ayutthaya, Thailand, voor onder andere gember en limoen. Het schip verliet de Thaise haven richting zuid op 8 december 1727.
De Risdam is vergaan nabij de plaats Mersing aan de oostkust van Maleisië in de Zuid-Chinese zee, ruim 1 kilometer uit de kust. De kapitein van de Risdam liet op nieuwjaarsdag 1727 het schip bewust voor het eiland Pulau Batu Gajah (de Olifantsrots) tegenover Mersing stranden. Het schip was te lek om verder te varen. De provoost is op het schip verdronken omdat de oude man weigerde om van boord te gaan.
In 1984 heeft de berger Mike Hatcher het schip, dat nog goed intact was, ontdekt onder een laag modder van een meter. Om de Risdam te kunnen bergen en in Nederland te exposeren, richtte Mike Hatcher met enkele Nederlanders de stichting Dutch East-India-men-wreck-research op. De plannen vielen echter in het water toen de Maleisiërs het schip - dat binnen hun territoriale wateren lag - claimden. De stichting ging ook ter ziele. Ook, naar men zei, omdat de Nederlandse overheid weinig initiatieven ontplooide om de Risdam te behouden. De bureaucratische vertragingen in Nederland veranderde het project in een ware ramp en gaf de naam Risdam een bittere nasmaak.
"It was a stuff-up from start to finish" aldus Hatcher. Eenmaal terug in de haven had de scheepskok de positie van het schip aan een groep uit Singapore verkocht die het schip vrijmaakten met explosieven om aan de lading te geraken. Het verhaal veroorzaakte heel wat deining. De onderhandelingen tussen de verschillende regeringen, de Nederlandse en de Maleisische, verliepen immers veel te traag waardoor plunderingen onvermijdbaar werden.
Het wrak bevond zich op amper twee mijl van de kust, ruim binnen de territoriale wateren van Maleisië. De Maleisische autoriteiten waren woedend toen ze het nieuws vernamen. Ze arresteerden de rivaalbergers en wierp ze zonder al teveel woorden eraan vuil te maken in het gevang.
In 1985 haalde men het restant van het schip leeg. In totaal werden ruim 300 ivoren slagtanden, houten palen en aardewerk potten uit Thailand gevonden, evenals 47 ijzeren gebruiksvoorwerpen en 139 baren tin.
Het incident en de beschuldigingen van plundering en piraterij zorgde ook in Nederland voor de nodige ophef, waar een 'Red de Risdam'-campagne werd opgezet. Hatcher was kop van jut in de nabeschouwingen van academische historici en archeologisten en de hele onderneming werd een zware erfenis van woede en wantrouwen tegenover Hatcher die twee jaar later ook de Geldermalsen en zijn beroemde lading van 200.000 stuks Ming-porselein terugvond.
| |
Een prachtig voorbeeld van VOC porselein
in het midden het welbekende VOC embleem |
VOC schip Wieringen (1627-02/06/1636) | |
Wieringen - 1627
Reisnummer: 0355.1
Scheepstype: Jacht
In gebruik bij de VOC vanaf 1627 tot 02/06/1636
Gebouwd op de werf te Amsterdam.
Laadvermogen: 120 ton
Een Nederlandse vloot onder leiding van Cornelis Symonz van der Veer, die bestond uit 25 grote en kleine schepen verscheen in eind mei 1636 voor de kust van Malacca. Bij een treffen met Portugese schepen werden 60 schoten gelost waardoor 3 Portugese schepen zonken. Aangenomen wordt dat een van de Portugese schepen de Madre Di Dios was waar 400 man mee ten onder ging. Tijdens deze beschieting vatte de Wieringen vuur en zonk. Amper 14 van de 50 bemanningsleden overleefden het gebeuren. De Wieringen werd in 2004 teruggevonden nabij Tanjung Kling.
VOC schip Overduin (1774-27/06/1784) | |
Overduin - 1774
Reisnummer: ?
Scheepstype: ?
In gebruik bij de VOC vanaf 1774 tot 27/06/1784
Gebouwd voor de Kamer van Zeeland op de werf te Zeeland.
Laadvermogen: 1150 ton
Tijdens haar tweede thuisreis is de Overduin op weg van Batavia naar Kaap de Goede Hoop vergaan. De Overduin is teruggevonden nabij Permatang Rumput. Verdere gegevens zijn voorlopig niet bekend. (07/2004)
VOC schip Dolfijn (1776-27/06/1784) | |
Dolfijn - 1776
Reisnummer: ?
Scheepstype: ?
In gebruik bij de VOC vanaf 1776 tot 27/06/1784
Gebouwd voor de Kamer van Amsterdam op de werf te Amsterdam.
Laadvermogen: 1150 ton
Op 27 juni 1784 omstreeks 14:00 is het schip de Dolfijn onder verdachte omstandigheden geëxplodeerd op de rede van Malakka. Iedereen aan boord liet het leven. Het schip was in Malakka om het lichaam van Raja Haji bin Raja Chelak, neef van Daeng Kemboja de Raja Muda van Johor naar Batavia te transporteren. Na de explosie werd het lichaam begraven op St. Pauls Hill.